Haarlemmer (38) laat een van zijn katten creperen. Rechter legt spoorloze man huisdierverbod en voorwaardelijke celstraf op

In dit artikel:

In juli 2024 trof de politie in een woning in Haarlem het dode lichaam van een kat aan: het dier oogde al langere tijd overleden, zat onder de maden en was door insecten aangetast. De vondst volgde nadat de chip van een andere zwerfkat van de 38-jarige bewoner, D.N., was uitgelezen; de eigenaar zelf was niet thuis en is sindsdien spoorloos. In de woning leefde nog minstens één levende kat tussen uitwerpselen en extreme vervuiling; voer- en drinkbakken waren leeg. De twee levende dieren werden in beslag genomen.

De officier van justitie stelde dat de man zijn huisdieren had achtergelaten en niet voor hen kon zorgen. Omdat D.N. onvindbaar is eiste het OM een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken, een vijfjarige dierenhoudersverbod en verbeurdverklaring van de katten. De politierechter volgde die eis: de man is veroordeeld voor ernstige verwaarlozing van zijn drie katten, mag vijf jaar geen dieren houden en krijgt de twee levende katten niet terug. Politie, NVWA en de Landelijke Inspectiedienst Dierenwelzijn (van de Dierenbescherming) houden toezicht op het verbod. De rechter merkte op dat het om uitzonderlijk zware nalatigheid ging; het overleden dier zou zijn gecremeerd.