Het stemrecht in Haarlem door de jaren heen. 'Burgerschap en burgerzin' waren toverwoorden
In dit artikel:
In Haarlem veranderde het kiesrecht geleidelijk sinds de invoering van de rechtstreekse verkiezing van de Tweede Kamer in 1848. Aanvankelijk was het kiespubliek zeer beperkt: alleen welgestelde mannen mochten stemmen, in Haarlem ging het om slechts een klein deel van de bevolking. Begrippen als «burgerschap» en «burgerzin» bepaalden het debat terwijl de discussie over uitbreiding van het stemrecht op gang kwam. Socialistische activisten stelden al in de jaren 1880 openlijk vrouwenkiesrecht voor; de Haarlemse Caroline Lacet (1856–1920) pleitte daar in 1881 in het blad Recht voor allen voor. In de decennia daarna werd het kiesrecht stelselmatig uitgebreid, wat uiteindelijk leidde tot algemeen kiesrecht in de vroege 20e eeuw na jaren van politieke en maatschappelijke strijd. Haarlem fungeert in dit verhaal als voorbeeld van de bredere nationale omslag van een eigendomsgebonden naar een algemeen burgerrecht.