Hoe een profclub speelbal van de gemeente Haarlem werd. Nieuw onderzoek legt relatie tussen stadion en stadskantoor
In dit artikel:
Nieuw onderzoek van Haarlems Dagblad op basis van gemeentelijke documenten suggereert dat de gemeente Haarlem vijftien jaar geleden op een te makkelijke manier afzag van de bouw van een modern stadion voor HFC Haarlem, een besluit dat mede leidde tot het faillissement van de club. De krant vond aanwijzingen dat ambtenaren en bestuurders alternatieve en beter geschikte locaties voor het stadion bewust niet aan de gemeenteraad hebben voorgelegd en dat de afwikkeling van het stadioncontract sterk verweven was met andere grote vastgoedprojecten van ontwikkelaar Fortress, met name het nieuwe stadskantoor (Zijlpoort).
Belangrijkste bevindingen
- Stedenbouwkundig hoofd Ronald Fukken had vier locaties voorbereid en wilde die in de raadscommissie presenteren; op het laatste moment mocht alleen de Zuidoost‑variant (Zuidpolder, in de groene zoom) getoond worden. Fukken vond die plek ongeschikt vanwege cultuurhistorische waarden en de verwachte weerstand van omwonenden.
- De Zuidoost‑keuze leidde tot veel protest in de buurt en verstikte verdere discussie over alternatieven, wat volgens betrokkenen de realisatiekansen van een nieuw stadion ondermijnde.
- Opengelegde e‑mails en memo’s tonen dat de gemeente en Fortress al lange tijd in conflict waren over financiering en planning. Juridisch advies gaf aan dat de gemeente sterk stond om Fortress in gebreke te stellen en schadevergoeding te eisen, maar ambtelijk werd geadviseerd terughoudend te zijn om langdurige procedures en tegenclaims te vermijden.
- Diverse stukken laten zien dat de beëindiging van de stadionovereenkomst afhankelijk werd gemaakt van afspraken over andere Fortress‑projecten (onder meer overdracht van het oude postkantoor en een vrijetijdscentrum). Bouwleges en financiële posten werden als drukmiddel genoemd om vaart achter Zijlpoort te krijgen.
- De gemeente betaalde eerder (2008) een voorschot van 17 miljoen euro aan Fortress voor het stadskantoor, terwijl een relatief kleine bijdrage aan HFC Haarlem niet werd doorgezet. HFC Haarlem werd uiteindelijk op 25 januari 2010 failliet verklaard.
- Uit vervolgprocedures bleek dat een aannemer (BAM) in 2014 wel €4 miljoen toegewezen kreeg wegens contractbreuk, wat aangeeft dat het juridisch ondernemen tegen betrokken partijen niet per se kansloos was.
Reacties en consequenties
Oud‑supporters en betrokkenen, zoals Rogier van Luyken en oud‑voorzitter Piet Hooft, voelen zich door de documenten in hun vermoeden bevestigd dat de club is “geofferd” ten behoeve van andere gemeentelijke belangen en vastgoedprojecten. Zij noemen de gang van zaken manipulatief en krijgen nu door de stukken meer steun voor hun kritiek op het gemeentebeleid.
De gemeente Haarlem benadrukt dat er geen inhoudelijke of financiële koppeling tussen Fortress‑projecten is geweest en zegt dat zij niet heeft ingestemd met voorstellen van Fortress om incidenteel tegemoet te komen. Huidige en voormalige wethouders verwijzen naar de moeilijke bestuurlijke afwegingen en naar de wens te vermijden dat de gemeente jarenlang in juridische procedures verstrikt zou raken.
Slotbeeld
De nieuwe documenten brengen meer helderheid over besluitvorming en drukrelaties tussen gemeente en ontwikkelaar rond 2008–2010 en leggen verbanden bloot die jarenlang werden ontkend. Of die handelswijze opzettelijk was of voortkwam uit politieke en pragmatische overwegingen blijft betwist, maar voor oud‑leden en supporters vormen de bevindingen een belangrijke bevestiging van hun vermoeden dat bestuurlijke keuzes cruciaal hebben bijgedragen aan het einde van HFC Haarlem.